Zo begon het in gelijkheid
waar lag het dat
of als om waarom
tak om de lijn
in van het gordijnen
reikt tot in het zo
wat grijpt dan
op slokt in
en verlaat dan
waar zo naar had
in alsmaar gaat dan
van verknijpend vergat
nu de lijn even tikt
richt omhoog gelijkt
voortdurend zodat
of wil ik daar eens
heb het om eens dan
en zeg het eens geraden
die draden gehangen
sluiten over gepasseerd
die daar als altijd
en weer om weer om weer
komende van vervolgen
reikt naar je eigen
heb ik daarbij dit eigen
wil van dat eigen lijken
om weten te raden
dit in en zoveel dan
ziet om raderen zijn
om ik elke dag spreekt
en jij dat hebt genomen
die kans weet het verdriet
volgend op zovelend
blijvend in mijn gelijk
wordt zijn als knie en bank
vouwend in de strekking
bloot het voor te staan
maar amper de laatste stem
die zo goed en wel bespreekt
dus wordende en gelatende
maak ik af je eerste lijn
voorwerpend bezichtigend
moed laten in genadigheid
vertrekt maar weet om niet
heeft zich moeten laten gaan
of weet je daarbij enzo
het nog weten van wat is enzo
of kan ik zo dan heb dat
na ik dat zegt is met zo
klakt op en laat geroepen
noemt zich over maar braakt
helpt in of doorgeslagen
moet dan daar wijzingen
we hebben kunnen gaan
als de vergissing tot als
en wat in overzicht
zich kreeg toegetrokken
wordt een beroep op zichzelf
maar wat weet het zelf
dat dan kan zich ooit
voor het eerste laten gaan
de radelijken over de voeten
worden uitgestreken
bevuring bedacht zeker
weer om hoe gaat dat
mag ik je hebben
of kan je genadig zijn
maar ik om je hebben
reikt tot zonder die
voelt bij zijn kennen
tussen die gelijke handen
uitlaten of hebben gewaterd
helt nu tot ze daarin weggaat
kruist de verstening
mogen naderen in soms
of streepverwachting
wat al zo bevooroordeelde
gaat wel zich naar
die omhoog zwaarte
tot nu hebben willen kennen
wat we ooit hadden kunnen
draait naar wat kon
het gelijk wat zich niet kent
en in rillen van de muren
tot eens of wat ramen
maak de uitkijk op groener
weet soms zich beknelder
waar vervolgens daar groeit
het houdt daarbij op
of kan dat zo genadelijke
en besproken voelen
of kan na eens bij tot
het veer nog dat kan
roemt en waakt over
moet zich dan wel
heeft dat komende
maar zij naderhand zo
ik dat nog of in
droog van als tot
en heb geleken
over na ik om van als
heb bijna voorgesteld
maar nog ik haak inbegrepen
die zoveelste mijn eerste
om de dingen geraden
en hebben geladen
onzamelijk gezegenen
die nog meer braakt
hebben we dan de kunde
en vergeten te raken
de wil van als en zo nog
om toch ik heb en dat
voorals om dan weer
daar hebben jouw ogen
het vuur beladen
tot ik je dacht te missen
het was van jullie beide
jij vooral benoemd
en zij om nader gelaten
zij vooral in waren zettend
of ze niet kon zinnen
en blijft me even ontnaderen
die namen van zo even
genoegend vergeleerd stervend
kans of en dan weer bij
heb wat mis gelijkt een als
het weet te zijn bijna
heft van om voortslepend
ken jij die mogenheid
uit die schakeling
knurftig beladen willen
hoe bedruipend die dankbaarheid
maken zij zich wel verschillend
maar gaan voorgeschoten
zo graagt zijn opgenomen
de dergelijke zaken van gelijk
en tuurlijk dan het zijn
ken jij dan dit en dat weer
mogen je daarbij voorstellen
tot elke gemaakte betekenis
maar zijn als de stappen
niet nu en als willekeurig
heb geen directe ordening
hoe je mij en tot heb ik
nu kan gaan zo dan
grijpt tussen de driehoek
welke bezwaring voornamelijk
moet je dat zien genadigen
onder stellen hebben genaamd
maar dat nu om wil sluiten
en dan kant het voortgaan
hangt het kleiner en direct
wordt mijn en gisteren
het takt kunnen nissen
wat jij mij laat uitstellen
heb meer tot weer daar eens
en als dat toch of en na dan niet
gaf toe of bij kan nu
heb ik kunnen zijn ik over
die willing heeft gekruist
stromend nachtelijk luimen
prijkend die vervallingen laten
je heft hebben gehangen
dof zolang jij zei
kan verhankelijkingen dik daarom
dat gestorven zijn willen
om maar te veel gelaten
willen meer naar ooit
kan je dan sterken
nog als heeft strekken
van jouw dik stremsel
gegroet nader weten
of verslopen genadelijke
het twee en eens dan
dat we uitsluitend zijn geraden
ze bedreigen zichzelf
om die angst te volgen
wat iets is als zo echt
beeld na gelijkenis
om mijn dochters binnen
uitgeleverd aan verzoeking
maar wat willen jullie dan
ik heb het niet meer
klaar voor versterving
het zachte antwoord
dat je niet wilt talen
als alleen maar enzovoort
je bent behoord gekant draad
moet ik je wel dat zeggen
of schaam jij je kartonnen
nog meer in het bord gebogen
genoegende brakende namen
laat zijn van met je even
waar dan heft zich dat doet
nu wil het gedaan
onnamelijk zich voorgesteld
welke naam moet je dan
mocht volgens het stillen
en uitbalanceren en gelijken
moet zij zich gestellen
want kan onbekend worden
voor je hebt mij daarin bevolen
die zo en reikt om die dadelijkheid
mijn gehad hebben kan voorts
wil kan groter naar geen structuur
dit warend dacht gezalfd
ben acht om de stelling
wil je nu als en dan weer
heb dan dat als gelaten
wil blijkt om daar eens
heeft geijzerd in zeer
het getikkelende ontlucht de ziel
om die worm in de maag
makende in verwachting ontheeld
de wakening van papieren wil
tot gewenste versnippering steelt
om zijn voorwerk gestalte brakend
weet zich en omdat zo toch niet
wat dat of en wist nooit meer om
en was als gelaten willende stukkend
een hele grote brei in het hoofd
waarin jezelf ademloos
hebt kunnen ophouden
gevolgstrekkend niet gelegen
of waar wordt van de nadering
kan niet groter verspreken
had ze daar hem daar maar gelaten
mijn zoveelste voorzicht geloeft
verder moet waar gevolgzaamd
wat nog wel dat zo vervolgt
moet het hebben te kennen
wakend nog slaat draad
die wordt genomen en gelucht
en wetend als zoveelste waarheid
ontkennend in de arm van ver weg
daar we de vensters geleken
om de uitlogeningen te veronderstellen
en knopend de ijzering verraden
die ramen het vanzelf konden
nog hebben gekozen in langer
moet zich kunnen uitmaken
dat zich dus daar in die test is
en je vermoedelijk kan laten wil
geeft bij in die denkt later
zocht even de trage namen
maar heeft ook achtergelaten
nu we tegenover elkaar lagen
hij wil dat zijn dingen zijn
die toch groter maken
een lonken naar bijtgraag
zoekt willekeurig dankbaar
van je wetend najagend
dus vervolgens wil gegevend
dus blijkt het weer
in diezelfde eters
of anders voorgezet
heeft de mogelijkheid
om daarmee kunnend te zijn
willen zo naderend niet
ik ken de tijdzekerheid
die geroosterd wordt
en zij mijn nog wordende
je kan mijn gezegde spreken
zwaar benaderbaar waken
die zegende willende toch nog bedankt
waren we vervolgens
zelfs wij kunnen nu wel
slepend dat gelukkig niet
dus verzakken we beiden
de schuiering lakend
zelf maakt dat eenzaam
moet het geheel de lach
sprekend vissen zijn spreiding
groter dan de klacht
had ik wel moeten zijn
waar we eens waren
maakt nu even genadig
dus nog als je ogenkruis
die mijn voetenloos geeft
gelijkt het betrekkelijke
zocht moet bedanken
wakend tot ontleden
geraakt in wetend tegenover
heeft niet zijn geraakt
die maakt toch wij
blijft het afgezogen weg
groter gegrepen spleet
die benachteling tot vochtigingen
weer slecht als altijd reed
daarbij dus aan kan sluiten
de verte uitgeroepen
en begeven wenken.