Zondag bracht een zindering. Dat is een foyer van de schouwburg te Utrecht waar zich een bescheiden groepje mensen bijeen had geschaard tussen wat tafels en stoelen die in een niet onaangename rangschikking zijn vastgeschroefd op de grond. (De tafels in dit geval, niet de stoelen. Hoewel de banken niet te verplaatsen waren en het bleek ook niet echt een zitplaats waar iedereen direct blij van werd.)
Het rookverbod heeft zich inmiddels reeds ook al naar dit gebouw verplaatst en werd daarom bij aankomst begroet door twee rokende dichters: rijminstructeur – of rijminspecteur zoals door Gina abusievelijk genoemd – en Justin. Het bracht in ieder geval de aanleiding om met onregelmatige regelmaat de buitenlucht te kunnen opzoeken om daar in gezelschap het gebeuren nog eens over je heen te kunnen laten komen. Het was een berg aan poëzie en dat is natuurlijk altijd bij een goede slam het geval – flink afwisselend (doe ik natuurlijk ook zelf aan mee) Het was een voornamelijk een slam van de nieuwkomers als Nienke Esther Grooten en Maaike Haneveld, die zoals de presentator Alexis de Rode te kennen gaf via hem enkel hints en technieken hadden gekregen, maar dat doet niets af aan het feit dat deze jonge dichters waardig op het podium stonden en onderling de actualiteits en de publieksprijs verdeelden. Zelf werd ik daardoor geconfronteerd met een slam- battle – finale tegen Nienke. Een hoge afwisseling, zowel in aanvullen als het reageren op elkaar was wat het publiek kreeg toegespeeld. In dit gedeelte voor het eerste sonnetten in de slam gemikt. De jury mocht vervolgens appels met peren vergelijken, of liever het verschil uitproberen tussen gebaken eieren en gebraden kip. Misschien was het wel de uiteindelijke kipsaté die de smaak gaf aan mijn winst van de slam die mij nu doet verlangen naar de finale in mei.